Rijkswaterstaat Paraatheid Programma

Eind 2017 is in opdracht van Rijkswaterstaat een nieuw programma gestart om de paraatheid in Nederland voor olievogelincidenten optimaal voor te bereiden.

Het doel is om via gerichte trainingen en uiteenlopende oefeningen het personeel van overheden en deelnemende organisaties voor te bereiden om een olieverontreinigings-incident waarvan vogels het slachtoffer zijn tot een goed einde te brengen, met optimale resultaten voor dierenwelzijn en maatschappelijke belangen in samenwerking met een groot aantal organisaties.
Daarbij staan criteria voor dierenwelzijn centraal, alsmede het beleid omtrent bescherming van diersoorten en de daarmee samenhangende richtlijnen voor euthanasie en het verantwoord opvangen en weer vrijlaten van wilde dieren.

Het programma is ambitieus en wordt uitgevoerd door  Sea Alarm in nauwe samenwerking met SON-RESPONS.
Het programma is opgesplitst in de volgende deelprojecten die tegelijkertijd plaatsvinden:

  • ACTUALISATIE SBV
  • OPERATIONELE PARAATHEID
  • SON-RESPONS
  • ONDERZOEKSACTIVITEITEN
  • SAMENWERKING
  • OEFENPROGRAMMA

Het programma werkt samen met organisaties die unieke expertise of belangen vertegenwoordigen, en zij worden gevraagd om in de nasleep van een incident ook verantwoordelijkheden te nemen in de afhandeling van een olievogelprobleem. De rollen en taken die daar bij horen worden nauwkeurig gedefinieerd en met regelmaat getraind en geoefend. SON-RESPONS zal naar alle partijen toe een ondersteunende taak vervullen.

ACTUALISATIE SBV

De Samenwerkingsregeling Besmeurde Vogels 2.0 (SBV2.0) is in 2024 als concept goedgekeurd door Rijkswaterstaat. De SBV 2.0 heeft als werkingsgebied de zoute wateren van de Noordzee. De regeling beschrijft de samenwerking tussen de vele betrokken partijen die een rol spelen tijdens olievogelincidenten. In principe staat het hele proces, het vangen, revalideren/euthanaseren, ringen, loslaten en post mortem onderzoek van olievogels beschreven in de regeling.

De SBV 2.0 bestaat uit vier delen (Grondslag en doelstellingen, Strategie en deelnemers, Operationele uitwerking en Bijlagen).

OPERATIONELE PARAATHEID

Een goed respons plan heeft haalbare doelstellingen. Grote internationale incidenten hebben aangetoond dat niet alle olieslachtoffers gered kunnen worden. Hoe goed men ook is voorbereid, er is altijd een grens aan capaciteit, ofwel omdat het incident een schaalgrootte heeft die de beschikbare capaciteit van menskracht of middelen overstijgt, ofwel dermate langdurig aanhoudt dat bronnen uitgeput raken. Het Nederlandse respons plan streeft naar een goed voorbereide opvangcapaciteit van honderden vogels gedurende een aantal dagen.

Dit vormt de basis voor het ontwikkelen van de bijbehorende capaciteit van opgeleide menskracht en middelen.

  • OPLEIDING, TRAINING, OEFENING
  • BEPERKEN DIERENLEED
  • DRAAIBOEKEN EN VELDWERKZAAMHEDEN
  • 24/7  COÖRDINATIE CENTRUM
  • CAPACITEIT OPVANGCENTRA

Opleiding, training, oefening

Het succes van een respons plan hangt af van de mate waarin uitvoerders via Opleiding, Training, Oefening (OTO) zijn voorbereid op hun rol. Taken en verantwoordelijkheden binnen de SBV kunnen zeer uiteenlopen, van een officiële overheidsrol binnen de crisis- en rampenbestrijding, het managen van een (langdurig) incident, tot het zoeken, vangen, revalideren en euthanaseren van olievogels en (post-mortem) wetenschappelijk onderzoek. Al deze rollen zijn in de SBV2.0 beschreven met de bijbehorende taken.

Als onderdeel van het Paraatheidprogramma wordt een trainings- en oefenprogramma uitgevoerd waarin elke rol uitgedrukt wordt in een OTO. De trainingen hebben inmiddels geleid tot een toenemend aantal specifiek opgeleide mensen, die een rol kunnen vervullen binnen een incident.

Via een database wordt bijgehouden welke mensen opgeleid en getraind zijn, en hoe zij lokaal, regionaal of nationaal kunnen worden ingezet om te helpen bij de afwikkeling van een incident. Zo blijft het inzichtelijk of er genoeg getrainde capaciteit voor elke rol is ontwikkeld of dat er extra trainingen lokaal of regionaal nodig zijn. Dit wordt jaarlijks in overleg met Rijkswaterstaat op basis van rekenmodellen geëvalueerd en zo nodig bijgesteld worden. Zie ook onderzoeksactiviteiten en capaciteit opvangfaciliteiten.

Trainingen
Opvang levende olievogels

Voor alle rollen die zich met levende olievogels bezighouden zijn Europese trainingen ontwikkeld door de EUROWA-groep, waar ook Nederlandse organisaties bij zijn aangesloten. Het IPIECA handboek voor de revalidatie van olievogels is daarin de leidraad, zodat iedereen dezelfde ‘best practice’ methode kan leren toepassen en op die manier de kwaliteit van de revalidatie van vogels bewaakt wordt. De training voor iedere rol bestaat uit een gedeelte theorie en een gedeelte praktijk. Men kan zich trapsgewijs kwalificeren, met andere woorden, elk volgend trainingsniveau is slechts toegankelijk na succesvolle afronding van de vorige.Training volgens deze principes stelt opvangcentra en aanverwante organisaties in staat om zich aan te sluiten bij het SON-RESPONS netwerk en zich volgens de gestelde normen te kwalificeren.

Dierenartsen

Het programma voorziet in een module voor dierenartsen om zich te specialiseren in de veterinaire aspecten van olievogelopvang en het succesvol runnen van een (tijdelijk) opvangcentrum met grote aantallen vogels.

Managers

De trainingen voor zowel SBV incident – als TOV-managers zijn uitsluitend toegankelijk op uitnodiging van SON-Respons of Sea Alarm.

Aanmelding

De verschillende trainingen zijn in 2018 van start gegaan en zijn toegankelijk zijn voor personeel en/of vrijwilligers van aan de SBV deelnemende organisaties.
De trainingen vinden zowel lokaal als regionaal plaats.

Beperken dierenleed

Een belangrijk onderdeel van een respons plan is het feit dat een aantal vogels niet gerevalideerd zal kunnen worden. Sommige vogels hebben een te slechte gezondheidstoestand om nog voor revalidatie in aanmerking te komen. Daarnaast kunnen zoveel vogels besmeurd raken dat de beschikbare capaciteit in de vogelopvang niet toereikend is. Een humane vorm van euthanasie zal dan het dierenleed kunnen beperken. In overleg met de autoriteiten, wetenschappers, dierenartsen en specifieke dierenwelzijnsorganisaties is in het kader van de SBV bepaald welke vorm van euthanasie zal worden uitgevoerd evenals de criteria die gehanteerd zullen worden om een beslissing per vogel te kunnen nemen. Ook dit facet zal ondersteund worden door trainingen en oefeningen.

Draaiboeken en veldwerkzaamheden

Een incident kan zich lokaal en kleinschalig voordoen, bijvoorbeeld in een haven of estuarium, waarbij de olie-uitstroom en het aantal vogelslachtoffers beperkt blijft. Ook is het denkbaar dat een incident langdurig een uitstroom van olie veroorzaakt en dat een groot deel van de Nederlandse kust met de gevolgen daarvan te maken krijgt. Een olie-incident noordelijk van de Waddeneilanden, in het Waddengebied, in de Voordelta of langs de Hollandse Kust kan een zodanig complexe situatie veroorzaken dat een meer centraal geleide interventie in het kader van de SBV nodig is.

Voor de verschillende kustregio’s in Nederland draaiboeken ontwikkeld worden, die precies in kaart brengen welke organisaties de regio goed kennen en beheren, maar ook hoeveel mensen nodig zijn gedurende een bepaalde tijd om de veldwerkzaamheden uit te voeren: het vinden en vangen van olievogels.
De in kaart gebrachte organisaties zullen benaderd worden en gevraagd of ze geïnteresseerd zijn in het aanvaarden van een rol bij de afhandeling van een incident.
Via deelnemende organisaties kunnen dan mensen voor specifieke veldwerkzaamheden opgeleid worden via trainingen. In een later stadium kunnen de organisaties zelf via een train- de-trainer programma eventuele vrijwilligers opleiden.

De opgeleide vrijwilligers van de natuurorganisaties kunnen ervaring opdoen met het operationele deel van de SBV (draaiboeken en rollen) via het SBV oefenprogramma. Op basis daarvan zullen draaiboeken worden getoetst en waar nodig aangepast.

Capaciteit opvangcentra

De capaciteit van gespecialiseerde centra langs de Nederlandse kust om olievogels op te vangen en te kunnen behandelen is afhankelijk van factoren zoals seizoen, dagelijkse aanvoer, soort vogels, de omvang en inrichting van een centrum, het aantal mensen dat beschikbaar en getraind is. Als onderdeel van het programma wordt elke twee jaar geschat wat de capaciteit van elk opvangcentrum onder verschillende omstandigheden is. Bij een beperkte capaciteit kan besloten worden om in de nasleep van een incident een Tijdelijk Opvangcentrum voor Vogels (TOV) op te zetten. Ook daar is de vraag voor welke omvang en capaciteit moet worden gekozen. De daadwerkelijke capaciteit hangt ook bij een TOV van veel factoren af, niet in de laatste plaats van de bemensing die voor het succesvol runnen van zo’n TOV nodig is.

SON-RESPONS

SON-RESPONS streeft ernaar  alle samenwerkende partijen te ondersteunen om de paraatheid bij een respons te vergoten. SON-RESPONS is een jonge organisatie in ontwikkeling met een sterk bestuur.  De organisatie bereidt zich voor om het SBV paraatheidprogramma van Sea Alarm over te nemen. Het bestuur en de coördinator blijven nauw samenwerken met Sea Alarm om ervoor te zorgen dat SON-Respons de nieuwe taken van de organisatie goed kan blijven aansturen. De in olievogel opvang gespecialiseerde centra zullen sterk vertegenwoordigd blijven in het werkveld van SON-Respons.

De SON-RESPONS coördinator zal een ondersteunende en verbindende functie vervullen naar alle partijen, activiteiten faciliteren en tijdens een incident SON-RESPONS in het crisisoverleg vertegenwoordigen.

ONDERZOEKSACTIVITEITEN

Een incident kan zich in vele vormen aandienen. Om goed voorbereid te zijn, worden verschillende scenario’s in kaart gebracht, met name om in te kunnen schatten hoeveel capaciteit nodig zal zijn voor het vangen en verzamelen van slachtoffers, de transportbehoefte en de capaciteit voor euthanasie of opvang en revalidatie van de slachtoffers. De komende jaren wordt gewerkt aan het verder uitwerken van bestaande modellen die houvast bieden aan dergelijke inschattingen. Zo kunnen opleidingen, trainingen en oefeningen per regio worden afgestemd op de noodzakelijk geachte menskracht.

SBV OEFENPROGRAMMA

Het SBV oefenprogramma is ontworpen door Sea Alarm en biedt regelmatig terugkerende gelegenheden voor de partijen die deelnemen aan de SBV om hun kennis en ervaring te toetsen en te verbeteren. Alle partijen, dus ambtenaren van gemeenten, medewerkers van de opvangcentra, de SON-RESPONS coördinator maar ook alle samenwerkende organisaties en hun getrainde mensen krijgen gelegenheid hun rol te oefenen middels het oefenprogramma, dat voor een deel zal bestaan uit veldoefeningen, voor een deel uit beslis- en besluitvormingsoefeningen (table-tops).

De oefeningen zijn per regio georganiseerd, De Wadden, Hollandse Kust en Zeeuwse Delta komen elk met een regelmaat van de klok aan de beurt, en er zullen specifieke en interessante workshops gegeven worden.

Zie ook Oefenprogramma 2012-2016 voor een visuele impressie.