In de periode tussen 22 december en 31 december, vlak voor de feestdagen, kwamen in totaal 69 besmeurde vogels binnen bij de opvangcentra. Het waren voornamelijk Zeekoeten die aanspoelden op de kust van Zuid-Holland, enkelingen elders. In eerste instantie werden de meeste slachtoffers naar Vogelasiel de Wulp in Den Haag gebracht. De vogels waren besmeurd met een transparante, plakkerige substantie. De aanvankelijke aanname was dat het om een paraffine-achtige substantie ging en de vogels werden daarom behandeld volgens het Europees Protocol voor olievogels, dat ook effectief is voor paraffine.
Door RWS werd na inspectie geen substantie op de stranden aangetroffen en ook de Kustwacht nam op 23 december niets waar. Op 4 januari stuurde het NIOZ echter een ‘Alert’ over een plakkerige substantie als oorzaak van een aantal dode aangespoelde vogels op Texel. Het vermoeden was dat het ging om de stof Polyisobutyleen.
Het incident is qua revalidatie van de vogels gelukkig voorspoedig verlopen. Het SON-Respons netwerk, de samenwerking tussen de beheerders van de opvangcentra, functioneerde als een goed geoliede machine.
Na een eerste stabilisatieperiode werden 48 vogels doorgeplaatst naar VOC Oostende, waar EUROWA expert Isabelle Allemeersch alles paraat had om de vogels te ontvangen en te revalideren. Diergeneeskunde student Dion van der Veen reisde naar Oostende om samen met de dierenarts van VOC Oostende in korte tijd de vogels op bloedwaarden te controleren. De beheerders van de Fûgelhelling en Vogelklas kwamen twee dagen helpen met wassen en in een zeer korte periode werden de meeste vogels gewassen en op zwembaden geplaatst. In totaal werden door Vogelasiel De Wulp en VOC Oostende 52 vogels succesvol gerevalideerd.