Zwanenincident, Amerikahaven Amsterdam, 14 juli 2011
Woensdag 13 juli 2011 ontdekte Rijkswaterstaat dat er 100 liter stookolie op het wateroppervlak in de Amerikahaven Amsterdam dreef en begon direct met opruimwerkzaamheden. Bij toeval bevond zich in de Amerikahaven een groot deel van de Amsterdamse stadspopulatie Knobbelzwanen.
Op donderdag 14 juli werden de eerste 35 zwanen uit het water gevist door Dierenambulance Amsterdam en de Koperen Ploeg. Vrijdag 15 juli werden nog eens 46 besmeurde zwanen waargenomen en konden worden gevangen om te worden behandeld.
De 81 besmeurde zwanen werden aanvankelijk naar opvangcentrum De Toevlucht gebracht voor stabilisatie. Een dergelijk aantal grote vogels vraagt echter om enorme opvangcapaciteit.
SON werd ingeschakeld en in overleg met De Toevlucht werd besloten dat alle zwanen naar opvangcentrum De Fûgelpits in Moddergat getransporteerd zouden worden voor revalidatie.
Sea Alarm nam in een vroeg stadium contact op met Rijkswaterstaat en lichtte de betrokken partijen in over het bijhouden van een administratie om de kosten van de interventie inzichtelijk maken. Rijkswaterstaat bood aan om de claim van de vogelopvangcentra indien mogelijk te verhalen op de vervuiler.
In Fûgelpits ondergingen alle knobbelzwanen het revalidatieproces succesvol. Alle zwanen zijn geringd met de hulp van Vogelklas Karel Schot en op 12 augustus 2011 konden ze terug naar Amsterdam om te worden vrijgelaten